dinsdag 26 april 2016

Over Wolven en wolfverhalen in Europa in de 18e eeuw

Wolvendoders in de 18e eeuw, het bijzondere kranten-archief van de Koninklijke bibliotheek en journalisten


Als je zoals ik in een bibliotheek werkt, kom je weleens gedigitaliseerde artikelen tegen die je
wilt delen met anderen.
Zelf heb ik een vreemde voorkeur voor nutteloze, vrij obscure berichten, waarvan de herkomst onduidelijk is.
Dat wil zeggen in het Archief van de Koninklijke Bibliotheek staat de naam van de krant en de datum er netjes bij, dus in zoverre
kan de bron worden vermeld. Maar hoe kwam in 1765 de krant aan een bericht over wolfsaanvallen op mens en huisdier ?
Er kan een grond van waarheid in het bericht opgenomen zijn, maar het broodje aap verhaal kan niet helemaal uitgesloten worden. En journalistieke vrijheid zeker niet.


De kans is groot dat deze krant het bericht in een andere krant had gelezen.
In de 18e werd er ook 'geretweet', alleen de onmiddelijkheid/ de instant-reactie van twitter was geheel afwezig.
Dus herpublicatie van een bericht van jaren oud was niet ongewoon.

waarschijnlijk zou ik een soort vervolgverhaal kunnen recontrueren.

1.wolf wordt in het nauw gedreven bij schaapsstal en bijt van zich af, armwond boerenknecht
2.wolf doodt zeven lammeren, drie schapen en verwondt twee boeren
3.groep wolven verscheuren eerst vier seizoenswerkers gewapend met bijlen en doden wat schapen tussendoor.
4. Wolfsgroep heeft bij volle maan zich vergrepen aan dorpbewoners en huisdieren.
streek ontvolkt, zelfs geen kip meer te bekenen.


Nu ja, dit is fictief, maar als u goed zoekt vindt u vast soortelijke opeenvolgende berichten.
Of kregen journalisten toen ook al een gedegen opleiding ?

dinsdag 7 april 2015

De iets te hoge drempel van Wikipedia

Een paar maanden geleden wilde ik iets op Wikipedia plaatsen, maar dat gaat zo maar niet, bleek al snel.

Tenslotte is het een encyclopedie en die wordt gecontroleerd door deskundige vrijwilligers.
dus mijn opzet voor een artikel over vormgeheugen werd uiteindelijk afgekeurd door een betrokkene.
Als iemand het op de nominatie zet om te verwijderen en op deze nominatie wordt verder niet gereageerd,
dan wordt het artikel verwijderd na een bepaalde periode, tenminste zo begrijp ik het.

Omdat ik het ook wat drukker heb gekregen met andere zaken, heb ik mij niet verder kunnen verdiepen in
Wikipedia en zijn conventies, dus misschien krijgt dit ooit een vervolg, maar voorlopig even niet.

Een klein blogbericht is dan sneller gemaakt en hoeft aan weinig conventies te voldoen. maar zo is iedereen weer even op de hoogte van
mijn eerste verkenning van Wikipedia.

donderdag 18 december 2014

Van Wetenschapsdebat naar Wikipedia

Afgelopen week heb ik gereageerd op een artikel in de NRC
over de wetenschaps-agenda.

Zelf heb ik geen wetenschappelijke opleiding gevolgd, maar daarom is het als leek weleens aardig
om een suggestie te geven aan een hooggeleerd gezelschap.
Een suggestie van mijn kant om eens 'het vormgeheugen' eens te onderzoeken werd weerlegd.
Iemand reageerde met het argument dat daar al fundamenteel onderzoek naar werd gedaan.
Dat kan en dat wist ik niet.

Tegelijkertijd werd ik in de reactie als voorbeeld aangehaald als 'ongeinformeerde' die vooral niet betrokken moest worden bij de wetenschapsagenda.
Daarop heb ik gereageerd.
Niet zozeer over het vormgeheugen, maar over wetenschapsvoorlichting, Wikipedia als mogelijk voorlichtings-formaat en de zekere arrogantie van de wetenschap.

Mijn persoonlijke consequentie is dat ik mij als 'kennis-omnivoor', (iemand met een brede belangstelling) heb aangemeld bij Wikipedia.
In het persoonlijke kladblok dat daarbij hoort heb ik alvast wat aantekeningen gezet over het Vormgeheugen. (hoort het bi-metaaltje bij het vormgeheugen of is dat weer iets heel anders ?)
Als ik iets op Wikipedia plaats dat niet klopt, dan zijn er hopelijk anderen die mij corrigeren.

Tenslotte ben ik niet wetenschappelijk opgeleid, maar wel schappelijk naar de wetenschap.
En schatplichtig, zonder wetenschap was de kans dat ik aan een slachtoffer was geworden van kindersterfte toch vrij hoog.
Nu maar hopen dat ik ook zinnige lemma's kan verzinnen of waardevolle aanvullingen..

maandag 15 december 2014

De voorleesvoorsprong van Broer Konijn

Laatst was er weer veel publiciteit rondom 'voorlezen'.
Een heuse prinses, Laurentien en haar hofnar Nicolai haalde de talkshow van Pauw en de televisie ging wat harder.
Van achtergrondbehang naar tijdelijk focuspunt.

Na afloop had ik meer sympathie voor prinsessen en hofnarren gekregen,
en viel Pauw wat tegen; een zgn. laaggeletterde meteen tutoyeren en 'de prinses van Oranje' netjes laten uitspreken.
Het laatste is natuurlijk normaal, maar veel ongeoefende geïnterviewden zien Pauw als een meneer en laten zich netjes onderbreken,
als Jeroen het tempo wil opvoeren.
Nu ja, waar het om gaat is dat het belang van voorlezen weer even op de kaart wordt gezet en
dat lukte vrij aardig, dat moet ik het programma nageven.


Toch wel verbazingwekkend dat de bibliotheek geen enkele keer werd genoemd,
wel de leerplicht. En dat terwijl de prinses de leescoalitie nog dezelfde dag tijdens een bibliotheekcongres had gelanceerd.
Een sector kan weleens zo vanzelfsprekend zijn dat het de rol niet opeist die het verdient.


De leerplicht is natuurlijk van belang om ook de leestechniek te onderwijzen, maar zoals de prinses terecht
opmerkte, je moet het lezen oefenen.

Algemeen is bekend dat leesplezier de beste stimulans is en dat de eenmaal gewekte leeshonger
het best kan worden gestild in de bibliotheek.
Ook een shopaholic-ouder zal tot een koopstop gedwongen worden met leeshongerig kroost.

Ouders moeten tegenwoordig niet alleen voor leesvoer zorgen, ze moeten ook voorlezen.
Een kwartiertje per dag is het advies.
Zelf kan ik mij niet herinneren dat mijn ouder mij voorlazen, maar ik had ook twee oudere broers en een zus.
Mijn vroegste herinneringen aan het wilde westen werden mij dan ook ingeprent door een broer die mij voorlas uit een stripverhaal.
De tekstballonnen las hij voor, zijn wijsvinger wees de woorden aan en soms de beelden.
Hij oefende, ik oefende.

Ook broer konijn had zo een voorleesvoorsprong kunnen hebben samen met zijn broer of zus,
want zijn ouders waren natuurlijk veel te druk met het zorgen voor meer nageslacht.
Niet dat ik mijn ouders vergelijk met de konijnen, wel kwam er nog een zusje bij,
zij kon extra goed leren, misschien wel dankzij gezinsleden met voorleeshonger.
Een voorleesvoorsprong door voorleeshonger van andere kinderen in het gezin is
niet alleen ontlastend voor de ouders, het is voorlezen in het kwadraat,
twee gezinsleden in de ontvankelijke leeftijd gaan met sprongen vooruit.

woensdag 23 oktober 2013

De typische typer

De typische typer is iemand die handgeschreven producten liever niet aan anderen laat lezen.
Meestal omdat het handgeschrevene slecht leesbaar is, alsof de inhoud van minder waarde is omdat de drager rommelig oogt.

Zelf ben ik zo'n type met een onregelmatig handschrift.
Het excuus dat ik gebruik is mijn gedwongen rechtshandigheid op de lagere school.
Als kind was noch uitgesproken links, noch uitgesproken rechts.
Ik hinkelde en tekende links, maar voetbalde rechts. Eigenlijk deed ik precies het tegenovergestelde van mijn ouders, zo voetbalde mijn linkshandige vader links en mijn rechtshandige moeder hinkelde weer rechts.

Na wat testjes werd besloten dat ik wel rechts kon leren schrijven. Dat heb ik geweten..
Pas als het potlood zelfs te klein voor kinderhanden was, kreeg ik een nieuwe. Voor mijn gevoel heb ik vele potloden versleten voordat ik me aan de kroontjespen mocht wagen.
Mijn klasgenoten waren toen al maanden bezig om hun karaktereigenschappen via inktvlekken te ontleden, dus bij gebrek aan een kroontjespen heb ik waarschijnlijk een achterstand opgelopen in zelf-inzicht.

Met mijn handschrift is het nooit goed gekomen en toen ik op de middelbare school een type-diploma haalde, raakte ik weliswaar verslaafd aan typex, maar via de quick brown fox ... nam ik zoveel mogelijk afscheid van handgeschreven briefjes.
een ms-dos computer maakte weer een einde aan de typex-verslaving. Hoe ik van de disketteverslaving ben af gekomen ben ik vergeten, maar dat is voor dit verhaal wat minder relevant, geloof ik.

Overigens typ ik op een tablet linkshandig met steeds afwisselende linkervingers, hoewel rechtshandig ook best lukt. Dit komt waarschijnlijk omdat een tablet de ultieme schootcomputer is voor op de bank. Terwijl ik dan links vrij heb, kan de tablet met rechts ondersteund worden. Die afwisseling van vingers is overigens rsi-gerelateerd.

En nu lees ik net dat kinderen vooral letters moeten leren schrijven om hun leesvaardigheid te verhogen.
Zelf dacht ik mijn worsteling iets was van de pre-jarenzestig-revolutie en dat de huidige kinderen op den duur wel voorschoolse typ-les zouden krijgen.
Het zal wel een wensgedachte zijn geweest van een typische typer.

hier het kennisnet-artikel, wetenschappelijk verantwoord.
Schrijven versus typen: wat zegt de neurowetenschap?
Jolien Francken

http://www.4w.kennisnet.nl/artikelen/2013/10/15/schrijven-versus-typen-wat-zegt-de-neurowetenschap/


maandag 14 oktober 2013

Eemplein wordt Eetplein met culinaire collectie

In de Amersfoortse Courant van afgelopen zaterdag stond een stuk over nieuwe horeca-exploitanten die zich zullen gaan vestigen aan het Eemplein.
Ter gelegenheid van de tapas/sushi en andere restaurants die zich naast het Eemhuis zullen vestigen, werd het Eemplein in het artikel omgedoopt naar het Eetplein.

Niet zo heel vreemd als je bedenkt dat de onlangs overleden Johannes van Dam, op 10 oktober 2012 in de bibliotheek samen met Claudia Roden een interessante lezing hield ter viering van de Johannes van Dam-prijs.
Waarom was die lezing in de bibliotheek Eemland ?
Ooit was er in Amersfoort een culinair museum, helaas ter ziele.
De collectie van het museum is geschonken aan de bibliotheek.

Dat is de aanleiding voor het tegenwoordige speerpunt in de collectie, de culinaire collectie.
In het hele land hebben diverse stadbibliotheken speerpunten toegewezen gekregen, zo heeft Almere de thema's water en newtown, heel toepasselijk voor een waterrijke nieuwe stad.
Amersfoort met de historie van een culinair museum en een steeds belangrijkere plek als toeristische trekpleister,
heeft nu al een Eetplein en een eetcollectie in opbouw.

In samenwerking met de Universiteit van Amsterdam, afdeling bijzondere collectie's is het oudere meer bijzondere deel van de oude collectie ontsloten en de zullen delen daarvan in het Eemhuis zichtbaar worden gemaakt.
De meer kwetsbare en zeldzame uitgaven worden in een vitrine getoond.
Op de website is voor het thema al wat ruimte gemaakt, maar de echte werking is pas zichtbaar in de loop van 2014, na de opening van het Eemhuis aan het Eetplein, sorry Eemplein.

vrijdag 4 oktober 2013

column over gedachtekronkels in de columnles

Als ik het woord column schrijft, voel ik een lichte angst voor dyslexie, je hoort de laatste 'n' niet, maar je schrijft hem wel.
Maar daar moet je gewoon doorheen schrijven heb ik begrepen, de angst voor fouten is funest, de kans op correctie achteraf zijn oneindig, zolang je je verzinsel maar niet publiceert.

Gisteravond mocht ik gastheer spelen voor een aantal cursisten en de columniste Annette Verspoor, die ons les gaf. Als koffieman en gebouwafsluiter mocht ik ook meedoen. Nu wil ik natuurlijk wel wat vertellen, maar de les ga ik hier niet beschrijven, want gisteren heb ik begrepen dat een beschrijving geen column is.

Wel kan ik verklappen dat ik door het lezen van een kronkel van Simon Carmiggelt over burenruzie en luistervinken, mijn beeld van Carmiggelt enigzins heb bijgesteld.
Zelf dacht ik dat hij of in de kroeg zat of bij Renate Rubinstein was, maar dat klopt niet helemaal.
Want in de eerste alinea voert hij het karakter van Boris Karloff op, de ruziemakende buurman lijkt enigzins op hem.
Dus behalve kronkels schrijven, Renate beminnen en drank innemen, ging hij hoogstwaarschijnlijk ook weleens naar de bioscoop.
In de zestiger jaren werden deze enge Frankenstein films nog niet op de televisie vertoond.

Hoewel ?
Waarom ken ik de acteur die in de film het monster van Frankenstein speelt ?
Ja, natuurlijk heb ik over hem gelezen, maar dat was pas later, de eerste herinnering aan Boris was veel sterker.

Nog in de tijd dat je een early adopter was als je een zwart-wit televisie had, in de jaren zestig, maakte ik kennis met het monster van Frankenstein.
Door mijn oudere broers werd ik grondig voorbereid op mijn eerste horrorfilm op televisie.
Uiteindelijk bleek hun goedbedoelde uitleg in combinatie met mijn verbeelding veel enger dan de film zelf.
Ver voor de film zat ik al op het puntje van mijn stoel. Toen de film uiteindelijk begon zakte de opwinding langzaam tot een aanvaardbaar 'voorlezen voor het slapengaan" -niveau.
Boris Karloff viel wel meteen op, ook door die rare buisjes aan weerszijden van zijn nek en zijn hoge voorhoofd dat meer wees op een ongewone hoogbegaafdheid dan op krankzinnigheid.
Toen ik besefte dat hij lief voor niet-pestende kinderen was, sloot ik Boris als monster in mijn hart en nog nooit heb ik later een enge droom gehad waarin Boris K. een misdadige rol had.
Carmiggelt had na het bioscoopbezoek echter duidelijk een ander Boris-Karloff associatie. Ondanks zijn speelse geest was hij allang geen kind meer.
Waarschijnlijk was het monster van Frankenstein voor Carmiggelt de horror-variant van de enge buurman die je niet in je buurt wilt hebben. En als zo'n type dan toch je nieuwe bovenbuurman wordt, dan zet je dat natuurlijk meteen in de eerste alinea van je nieuwste kronkel.